Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

De zuivelindustrie in Strijp tussen 1893 en 1917

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

Het begin van de zuivelindustrie in Strijp

De eerste groot-Eindhovense roomboterfabriek stond in Strijp en was eigendom van A.G.H. Hamer. Hamer was in 1839 in 's-Hertogenbosch geboren en had zich in 1883 vanuit Tilburg als bierbrouwer in Eindhoven gevestigd, waar hij bierbrouwerij Het Hert van F.H. van Kol had overgenomen. In 1893 begon hij in Strijp een roomboterfabriek. Vóór de opening gaf hij de pers de gelegenheid bedrijf te bezichtigen. Voor ons is dat een meevaller, want daardoor weten we wat meer over zijn fabriek. De Peel- en Kempenbode wist te melden, dat het bedrijf was uitgerust met een 'ecremeuse' (handcentrifuge) van de Veuve Melotte in Remicourt (Luik) en verder nog met machines van de firma Hattaway in Chippenham in Engeland. De apparaten waren geleverd door het technisch bureau Johan Royakkers in Helmond en hadden een capaciteit van 300 liter melk per uur. Als bijzonderheid werd nog vermeld, dat de boeren bij het bedrijf hun eigen ontroomde melk weer konden terugkrijgen, iets wat bij de andere fabrieken blijkbaar ongebruikelijk was.

Ofschoon het bedrijf in Strijp was gevestigd omdat daar beter water beschikbaar was dan in Eindhoven, moest de opening toch nog worden uitgesteld om een Northonput te kunnen slaan. Pas nadat dit was gebeurd kon de boterproductie tenslotte op 28 augustus 1893 van start gaan.

Het eerste jaar verwerkte Hamer 94.000 liter melk, waarmee hij 3.760 kg boter geproduceerde. Ter vergelijking: de Strijpse boeren bereikten dat jaar samen een productie van 6.000 kg. Een blijvend succes had Hamer echter niet: begin 1894 staakte hij de productie weer.

In 1896 werd in Strijp een nieuwe poging gedaan en dit keer met meer succes. Nu was er geen sprake van een individuele ondernemer, maar van 36 boeren die ƒ 550,- bijeenbrachten en een coöperatieve roomboterfabriek oprichtten. Het bedrijf werd op 7 april geopend en zou het eerste jaar 206.250 liter melk verwerken tot 6.875 kg boter. De inkoopwaarde van de melk bedroeg ƒ 8.731,-. Aanvankelijk was het bedrijf geen commercieel succes, maar al spoedig verbeterde de toestand. In het tweede jaar werd al 9200 kg boter geproduceerd en in 1902, het laatste jaar waaruit we cijfers kennen, was het aantal deelnemers gestegen tot 39 en de productie tot 11.230 kg boter. Daarvoor was 34.8000 liter melk ingekocht voor een prijs van ƒ 12.760,-
De fabriek, die in 1914 "De Eensgezindheid" blijkt te heten en die vermoedelijk gevestigd is geweest aan de Gagelstraat, zou tot 1917 blijven bestaan. Enkele jaren later zou Drukkerij Vrijdag zich in het pand hebben gevestigd. Weliswaar staat in het bekende gedenkboek van de drukkerij vermeld dat eerder een ververij in het gebouw gehuisvest was, maar L. Vrijdag staat nog een deur voor de geest die op een vroegere boterfabriek duidde. Overigens hoeft het een, het andere niet uit te sluiten!


bronnen:
- De vele kranten, in bezit van het RHCe, die door mevrouw P.C. de Haas — van den Boer geïndiceerd zijn.
- RHCe: de administratieve archieven van Eindhoven en de verschillende voormalige gemeenten, met name in de landbouwverslagen en de hinderwetten.
- De Nederlandsche Landbouw in het Tijdvak 1813-1913 ('s-Gravenhage, 1913).
- H. van Velthoven, De Vestiging van de Moderne Zuivelindustrie In Noord-Brabant en Limburg (In: Tijdschrift voor Economische Geographie, vijftiende jaargang, 1914, 175-185).
- Mr. J.J. Wintermans, Geschiedenis van den Noordbrabantschen Boerenbond N.C.B, (z.pl., 1946).
- Een eeuw boeren op papier, tentoonstelling over de archieven van drie landbouwcoöperaties In het zuiden: Camplna, CHV, Suiker—Unie ('s-Hertogenbosch, 1988).
- J.C. Dekker, Het ontstaan van de zuivelcoöperaties in het zuiden van Nederland (In: Industriële Archeologie nr. 40 (1991).
- Martijn Bakker, Boterbereiding in de late negentiende eeuw (Zutphen, 1991).
- De jaarverslagen uit de beginjaren van St. Joseph en St.Petrus, die aanwezig zijn in de bibliotheek van het RHCe.
- Informatie van de familie Bannenberg en de heren J. Adang en L. Vrijdag.
J. Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1992-9 e.v.