Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Gerard Knuvelder: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
Regel 1: Regel 1:
Knuvelder, Gerard (Gerardus Petrus Maria),literatuurhistoricus, publicist en directeur/rector middelbare school
Knuvelder, Gerard (Gerardus Petrus Maria), literatuurhistoricus, publicist en directeur/rector middelbare school


* 25 januari 1902 Arnhem
* 25 januari 1902 Arnhem

Versie van 2 mei 2013 14:12

Knuvelder, Gerard (Gerardus Petrus Maria), literatuurhistoricus, publicist en directeur/rector middelbare school

  • 25 januari 1902 Arnhem

† 29 juni 1982 Eindhoven (of Tilburg?).

Geboren als oudste zoon van journalist Gerhardus Antonius Joseph Maria Knuvelder (1878-1949) en Cornelia Theodora Maria de Leeuw (1873-1948), een dochter van beeldhouwer Petrus Adrianus de Leeuw. Gestimuleerd door vader ontwikkelt hij een geweldige schrijfdrift en publiceert als jongen in diverse dagbladen. Na zijn HBS-examen studeert hij van 1918 tot 1922 Nederlands aan de R.K. Leergangen te Tilburg bij Hendrik Moller en Leo C. Michels. In 1923 behaalt hij de akte M.O. Nederlandse taal- en letterkunde en is dan al docent te Bergen op Zoom.

Door zijn vriendschappen met pater Bernard Molkenboer, Bernard Verhoeven, Pieter van der Meer de Walcheren en Willem Asselbergs komt hij vanzelf in het literair en progressief katholiek milieu terecht. In 1922 raakt hij bij de oprichting van het tijdschrift Roeping betrokken, waarvan hij in 1928 hoofdredacteurschap van Moller overneemt totdat het in 1942 wegens papierschaarste niet langer kan voortbestaan.

In 1923 komt hij als docent Nederlands naar het St. Catharinalyceum en St. Joriscollege te Eindhoven. In 1925 trouwt hij te Arnhem met Wilhelmina Anna Francisca Borgelt (1896-1979), met wie hij twee zonen en één dochter krijgt.

Naast literatuurkritiek schrijft hij ook over sociaal-economische, historische en politieke onderwerpen. Zo is hij een voorstander van de Groot-Nederlandse gedachte om de achterstand van Zuid-Nederland op te heffen. Dat brengt hem als secretaris van de Groot-Nederlandse Vereniging te Eindhoven in het Vlaams-activistisch milieu rondom KNO-arts Reimond Speleers. Daardoor legt hij vele contacten met Vlamingen zoals Hendrik J. Elias, Jan Brans, Victor Leemans en Wies Moens. Hij verzorgt met regelmaat spreekbeurten in Nederland en Vlaanderen. Ook heeft hij sympathieën voor Mussolini’s fascisme, maar van het nationaalsocialisme moet hij niets hebben.

Bekend is hij geworden door zijn geschiedenis van de Nederlandse letterkunde:

  1. Schets van de Nederlandse letterkunde (2 delen, 1938-1939)
  2. Handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde van de aanvang tot heden (4 delen, 1948-1953)
  3. Handboek tot de moderne Nederlandse letterkunde (1953)
  4. Beknopt handboek tot de geschiedenis der Nederlandse letterkunde (1962) (met de nodige verbeterde herdrukken)

Verdere publicaties van zijn hand zijn:

  1. Pioniers (1924)
  2. H. Teresia van het Kind Jezus (1925)
  3. Bezuiden den Moerdijk (1929)
  4. Zwervers. Letterkundige opstellen (1929)
  5. Het rampjaar 1830 (1930)
  6. Vanuit wingewesten. Een sociografie van het zuiden (1930)
  7. Vlaanderen door de eeuwen heen (1931)
  8. De mythe Nederland. Beschouwingen over het nationaal en koloniaal vraagstuk (1932)
  9. Bouwers aan eigen cultuur. Letterkundige figuren (1934)
  10. Vernieuwing van staatsbestel. Essay over de revolutie van Rechts en de katholieke staatsleer (1934)
  11. Historie en mythe (1935)
  12. Volkseenheid. Voordrachten gehouden op de tweede Volkseenheidsconferentie (1935)
  13. Volk en staat (1936)
  14. Pieter van der Meer de Walcheren, Leven en werken (1940)
  15. Katholieke Poëzie na 1880 (1942)
  16. Ars et vita (1945 met Cola Debrot)
  17. Problemen der literatuurgeschiedschrijving (1963)
  18. ‘Aasgieren der filologie?’ (in Verslagen en Mededelingen Koninklijke Vlaamse Academie 1963)
  19. Kitty en de mandarijntjes (1964)
  20. Spiegelbeeld. Opstellen over hedendaags proza en enkele gedichtenbundels (1964)
  21. Stijn Streuvels (1964)
  22. De romantiek en haar aspecten (1974)

Memoires:

  1. Onachterhaalbre tijd. Vijftig jaar grasduinen in literatuur (1974)
  2. Evaluatie. Over literaire waardering (1976)

Als medewerker heeft hij vele artikelen geschreven in onder andere Dietsche Warande en Belfort, De Gemeenschap, De Gids, De Nieuwe Taalgids, Spiegel der Letteren, Streven, De Tijd, De Volkskrant.

In het culturele leven in Noord-Brabant neemt hij een belangrijke plaats in. Van de in 1930 opgerichte Eindhovensche Kunststichting is hij voorzitter. Hij is hoofdredacteur van De Nieuwe Eeuw van 1944 tot 1952 en van Brabantia van 1962 tot 1982, zit in de Culturele Raad en Kunststichting Eindhoven, Culturele Raad Noord-Brabant, is regisseur van toneelgroep De Brabanders, voorzitter van De Jonge Spelers, mede-oprichter en bestuurslid van het Zuidelijk Toneel Globe en toneelgroep Proloog. Hij is lid van de Raad voor Cultuur afd. Letteren (1952-1964), jurylid en -voorzitter van de P.C. Hooftprijs, voorzitter van het Guido Gezelle-Genootschap etc. In 1953 wordt hij officier in de Orde van Oranje-Nassau en later vereerd met een Belgische Orde. In 1960 wordt hem de provinciale

Prijs voor Schone Kunsten van Noord-Brabant toegekend, gevolgd in 1961 door een eredoctoraat van de Rijksuniversiteit Utrecht en in 1963 door de verkiezing tot buitenlands erelid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. In 1972 ontvangt hij de prof. dr ir Hans Jonkerpenning van de Kunststichting Eindhoven en in 1976 de Provinciepenning Noord-Brabant met oorkonde. Van 1952 tot 1967 is hij directeur/rector van het Sint-Joriscollege en van 1965 tot 1972 docent aan de Katholieke Leergangen. Door Peer van den Molengraft wordt hij (tweemaal) geportretteerd.

Bronnen:

  • Han Jonkers, Gerard Knuvelder tot op het laatst bezig met levenswerk: het ‘Handboek’. Een man met veel talenten, in: Eindhovens Dagblad van 1 juli 1982, 15
  • L. Rens, De betekenis van Gerard Knuvelder, in: Ons erfdeel 26 (1983), 698-705
  • J.H.A. Elemans, Gerard Knuvelder, in: Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, Leiden 1984-1985, 96-107
  • Marcel C.A. van der Heijden, Knuvelder, Gerardus Petrus Maria (1902-1982), in: Biografisch Woordenboek van Nederland 3 (Den Haag 1989), …..
  • Marcel C.A. van der Heijden, Gerard Knuvelder (1902-1982), publicist en literatuurhistoricus, in: Brabantse Biografieën 3 (Amsterdam-Meppel 1995), 68-71
  • Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse beweging, I-III, Tielt 1998; II, 1736


Peter Thoben 2013