Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Vaartbroek: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken
 
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
<big>'''Vaartbroek'''</big><br />
 
<big>'''Vaartbroek'''</big><br />
  
De naam Vaartbroek betekent "ver gelegen Broek". De naam duidt op de tegenstelling tot het Bagijnenbroek, een toponiem dat ten zuiden van de Woenselse oude toren ligt.<br />
+
De naam Vaartbroek betekent "ver gelegen broek". "Broek" is de naam van een moerassig stuk land.De naam duidt op de tegenstelling tot het Bagijnenbroek, een toponiem dat ten zuiden van de Woenselse oude toren ligt.<br />
 
In 1368 werd dan ook gesproken over de hoeve ten Verrenbroec, ofschoon de naam ten Broec ook nog wel gebruikt werd.<br />
 
In 1368 werd dan ook gesproken over de hoeve ten Verrenbroec, ofschoon de naam ten Broec ook nog wel gebruikt werd.<br />
 +
 +
Meer over Vaartbroek kunt U vinden in een artikel van J.Th.M. Melssen in het boekwerkje "Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel", deel III, 1981.<br />
  
 
Jan Spoorenberg<br />
 
Jan Spoorenberg<br />
Regel 9: Regel 11:
 
[[categorie:Geografie]]
 
[[categorie:Geografie]]
 
[[categorie:Wijken en stadsdelen]]
 
[[categorie:Wijken en stadsdelen]]
[[categorie:Stadsdelen]]
 
 
[[categorie:Woensel]]
 
[[categorie:Woensel]]
 
[[categorie:Woensel-Noord]]
 
[[categorie:Woensel-Noord]]

Huidige versie van 5 nov 2015 om 16:38

Vaartbroek

De naam Vaartbroek betekent "ver gelegen broek". "Broek" is de naam van een moerassig stuk land.De naam duidt op de tegenstelling tot het Bagijnenbroek, een toponiem dat ten zuiden van de Woenselse oude toren ligt.
In 1368 werd dan ook gesproken over de hoeve ten Verrenbroec, ofschoon de naam ten Broec ook nog wel gebruikt werd.

Meer over Vaartbroek kunt U vinden in een artikel van J.Th.M. Melssen in het boekwerkje "Bijdragen tot de geschiedenis van Woensel", deel III, 1981.

Jan Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1982, 53, 65, 80