Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Het stadhuis vanaf 1930: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
Geen bewerkingssamenvatting |
||
(2 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
Regel 3: | Regel 3: | ||
<br> | <br> | ||
Nadat de stad Eindhoven met de omliggende vijf gemeenten (Gestel, Stratum, Strijp, Tongelre en Woensel) in 1920 tot één grote stad was samengevoegd, werden de plaatselijke gemeentehuizen opgeheven. Het stadhuis aan de Rechtestraat voldeed dan ook al snel niet meer aan de eisen die in de stad golden. | Nadat de stad Eindhoven met de omliggende vijf gemeenten (Gestel, Stratum, Strijp, Tongelre en Woensel) in 1920 tot één grote stad was samengevoegd, werden de plaatselijke gemeentehuizen opgeheven. Het stadhuis aan de Rechtestraat voldeed dan ook al snel niet meer aan de eisen die in de stad golden. | ||
In 1929 werd besloten om de stadhuisfunctie te verplaatsen naar een grote villa in Stratum, genaamd [[Sancta Ursula]].<br> | In 1929 werd besloten om de stadhuisfunctie, in afwachting van een nog te bouwen nieuw stadhuis, te verplaatsen naar een grote villa in Stratum, genaamd [[Sancta Ursula]].<br> | ||
'''De geschiedenis van Sancta Ursula in het kort:'''<br> | '''De geschiedenis van Sancta Ursula in het kort:'''<br> | ||
In 1869 liet Hernricus Franciscus Carolus Coolen, een rentenier, een brouwerij slopen en bouwde op die plaats een huis met een stal. Het terrein daarnaast, ook zijn eigendom, werd als "aanleg tot vermaak" omschreven. In 1879 verkocht hij het geheel aan Bernard Hermann Anton Sinkel, familie van de bekende koopman uit Amsterdam (Amsterdam 13-8-1853-Friesland 7-9-1890). Hij ging er ook wonen en gaf er de naam "[[Sancta Ursula|Huize den Elsent]]" aan. Het geheel, bestaande uit een huis, stal schuur en serre met bergplaats, werd na zijn overlijden verkocht aan de textielfabrikant Herman Christiaan Romuald Schröder.<br> | In 1869 liet Hernricus Franciscus Carolus Coolen, een rentenier, een brouwerij slopen en bouwde op die plaats een huis met een stal. Het terrein daarnaast, ook zijn eigendom, werd als "aanleg tot vermaak" omschreven. In 1879 verkocht hij het geheel aan Bernard Hermann Anton Sinkel, familie van de bekende koopman uit Amsterdam (Amsterdam 13-8-1853-Friesland 7-9-1890). Hij ging er ook wonen en gaf er de naam "[[Sancta Ursula|Huize den Elsent]]" aan. Het geheel, bestaande uit een huis, stal schuur en serre met bergplaats, werd na zijn overlijden verkocht aan de textielfabrikant Herman Christiaan Romuald Schröder.<br> | ||
In 1920 verkocht Schröder de inmiddels tot villa verbouwde woning aan twee religieuzen: zuster Maria Boytinck en zuster Johanna van Dijk. De vereniging "Ursulinen van Eindhoven" kochten de villa, enkele huizen, de tuin en enkele bijgebouwen vervolgens in 1921 aan en openden daar de Vakschool voor meisjes.<br> | In 1920 verkocht Schröder de inmiddels tot villa verbouwde woning aan twee religieuzen: zuster Maria Boytinck en zuster Johanna van Dijk. De vereniging "Ursulinen van Eindhoven" kochten de villa, enkele huizen, de tuin en enkele bijgebouwen vervolgens in 1921 aan en openden daar in een internaat de Vakschool voor meisjes.<br> | ||
Een houten kapel, die jarenlang op het pensionaat Eikenburg dienst had gedaan, werd in 1926 door de Broeders van Liefde cadeau gedaan aan de zusters Ursulinen. Die kapel werd achter de villa weer opgebouwd.<br> | Een houten kapel, die jarenlang op het pensionaat Eikenburg dienst had gedaan, werd in 1926 door de Broeders van Liefde cadeau gedaan aan de zusters Ursulinen. Die kapel werd achter de villa weer opgebouwd.<br> | ||
Het (voorlopige) gemeentehuis was dus vanaf 1930 aan de Stratumsedijk te vinden. De kapel achter de villa werd ingericht als raadszaal. De politiepost moest genoegen nemen met een tuinhuisje achter de villa. Inmiddels werden plannen gemaakt om een definitief nieuw stadhuis te bouwen aan het Stadhuisplein. In 1952 werden onderdelen van dat nieuw | Het (voorlopige) gemeentehuis was dus vanaf 1930 aan de Stratumsedijk te vinden. De kapel achter de villa werd ingericht als raadszaal. De politiepost moest genoegen nemen met een tuinhuisje achter de villa. Inmiddels werden plannen gemaakt om een definitief nieuw stadhuis te bouwen aan het Stadhuisplein. In 1952 werden onderdelen van dat nieuw gebouwde stadhuis aan het Stadhuisplein in gebruik genomen.<br> | ||
De villa werd vervolgens afgedankt. Een tijd lang waren hier de bases gevestigd van de Gemeentelijke Accountantsdienst, het | De villa werd vervolgens afgedankt. Een tijd lang waren hier de bases gevestigd van de Gemeentelijke Accountantsdienst, het kantoor van de gemeente-ontvanger, het gemeentelijke noodhuisvestingsbureau, Centraal Woningbeheer en de Dienst Bescherming Bevolking.<br> | ||
De gemeentelijke afdeling planologie had echter gemeend dat juist op deze plaats een verbindingsweg tussen Stratum, het centrum en Gestel diende te worden aangelegd. In april 1964 werd dit stadhuis daarom gesloopt.<br> | De gemeentelijke afdeling planologie had echter gemeend dat juist op deze plaats een verbindingsweg tussen Stratum, het centrum en Gestel diende te worden aangelegd. In april 1964 werd dit stadhuis daarom gesloopt.<br> | ||
Huidige versie van 15 jan 2019 om 12:59
Sancta Ursula, villa en stadhuis
1930-1952
Nadat de stad Eindhoven met de omliggende vijf gemeenten (Gestel, Stratum, Strijp, Tongelre en Woensel) in 1920 tot één grote stad was samengevoegd, werden de plaatselijke gemeentehuizen opgeheven. Het stadhuis aan de Rechtestraat voldeed dan ook al snel niet meer aan de eisen die in de stad golden.
In 1929 werd besloten om de stadhuisfunctie, in afwachting van een nog te bouwen nieuw stadhuis, te verplaatsen naar een grote villa in Stratum, genaamd Sancta Ursula.
De geschiedenis van Sancta Ursula in het kort:
In 1869 liet Hernricus Franciscus Carolus Coolen, een rentenier, een brouwerij slopen en bouwde op die plaats een huis met een stal. Het terrein daarnaast, ook zijn eigendom, werd als "aanleg tot vermaak" omschreven. In 1879 verkocht hij het geheel aan Bernard Hermann Anton Sinkel, familie van de bekende koopman uit Amsterdam (Amsterdam 13-8-1853-Friesland 7-9-1890). Hij ging er ook wonen en gaf er de naam "Huize den Elsent" aan. Het geheel, bestaande uit een huis, stal schuur en serre met bergplaats, werd na zijn overlijden verkocht aan de textielfabrikant Herman Christiaan Romuald Schröder.
In 1920 verkocht Schröder de inmiddels tot villa verbouwde woning aan twee religieuzen: zuster Maria Boytinck en zuster Johanna van Dijk. De vereniging "Ursulinen van Eindhoven" kochten de villa, enkele huizen, de tuin en enkele bijgebouwen vervolgens in 1921 aan en openden daar in een internaat de Vakschool voor meisjes.
Een houten kapel, die jarenlang op het pensionaat Eikenburg dienst had gedaan, werd in 1926 door de Broeders van Liefde cadeau gedaan aan de zusters Ursulinen. Die kapel werd achter de villa weer opgebouwd.
Het (voorlopige) gemeentehuis was dus vanaf 1930 aan de Stratumsedijk te vinden. De kapel achter de villa werd ingericht als raadszaal. De politiepost moest genoegen nemen met een tuinhuisje achter de villa. Inmiddels werden plannen gemaakt om een definitief nieuw stadhuis te bouwen aan het Stadhuisplein. In 1952 werden onderdelen van dat nieuw gebouwde stadhuis aan het Stadhuisplein in gebruik genomen.
De villa werd vervolgens afgedankt. Een tijd lang waren hier de bases gevestigd van de Gemeentelijke Accountantsdienst, het kantoor van de gemeente-ontvanger, het gemeentelijke noodhuisvestingsbureau, Centraal Woningbeheer en de Dienst Bescherming Bevolking.
De gemeentelijke afdeling planologie had echter gemeend dat juist op deze plaats een verbindingsweg tussen Stratum, het centrum en Gestel diende te worden aangelegd. In april 1964 werd dit stadhuis daarom gesloopt.
JH 2019