Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Concordia / EVC: verschil tussen versies

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Geen bewerkingssamenvatting
Geen bewerkingssamenvatting
 
Regel 23: Regel 23:
Kluytmans is een onbekende. Wellicht is hij een zoon geweest van de Eindhovense bouwmeester Kluytmans, waar Crasborn in de kost is geweest.<br />
Kluytmans is een onbekende. Wellicht is hij een zoon geweest van de Eindhovense bouwmeester Kluytmans, waar Crasborn in de kost is geweest.<br />
A.J. Peeters en zijn broer A. Peeters waren beiden geboortig van Rotterdam en zoons van de naar Stratum verhuisde sigarenfabrikant A. Peeters. In tegenstelling tot de overige hier genoemde leden waren zij niet rooms-katholiek, maar nederlands hervormd.<br />
A.J. Peeters en zijn broer A. Peeters waren beiden geboortig van Rotterdam en zoons van de naar Stratum verhuisde sigarenfabrikant A. Peeters. In tegenstelling tot de overige hier genoemde leden waren zij niet rooms-katholiek, maar nederlands hervormd.<br />
P. Raijmakers is ongetwijfeld de wijnhandelaar geweest die we ook ontmoetten in het artikel over de filatelie.<br />
P. Raijmakers is ongetwijfeld de wijnhandelaar geweest die we ook ontmoetten in het artikel over de [[Filatelieverenigingen|filatelie]].<br />
A.B. Verhagen was een zoon van een bekende Eindhovense looier B.H. Verhagen.<br />
A.B. Verhagen was een zoon van een bekende Eindhovense looier B.H. Verhagen.<br />
J. Vosters tenslotte, is zonder twijfel een zoon geweest van de Woenselse leerlooier Ed. Vosters.<br />
J. Vosters tenslotte, is zonder twijfel een zoon geweest van de Woenselse leerlooier Ed. Vosters.<br />

Huidige versie van 18 mrt 2016 om 11:16

Eindhovensche Voetbal-Club Corcordia (E.V.C.)

In Eindhoven vernemen pas voor het eerst over lokale voetbalactiviteiten door een ingezonden stuk in de Meierijsche Courant van 26 augustus 1896. Korte tijd ervoor hadden enkele jongelui de Eindhovensche Voetbalclub "Concordia", hadden opgericht. Het bestuur van de vereniging bestond uit A.J. Peeters, die president en Ie captain was, A.B. Verhagen, die het penningmeesterschap combineerde met het secretariaat en K. van den Dries die 2e captain was.
Een elftal kon de club aanvankelijk niet vormen, want ze telde maar tien leden en enkele donateurs. Maar dat was niet erg, want van wedstrijden zou de eerste maanden toch nog geen sprake zijn. De club had een weiland gehuurd achter de Dommelbrug bij de spoorlijn, in het huidige villa park dus, en de spelers trachtten zich daar op zaterdag en zondagmiddag tussen 2 en 4 uur in het voetbalspel te bekwamen.
De schrijver van het ingezonden stuk trachtte bij de lezers belangstelling voor de nieuwe sport te wekken en nodigde iedereen uit eens te komen kijken. Als er jongeren waren die zelf eens wilden spelen, dan moesten ze dat maar aan de captain moesten laten weten; die zou hen graag introduceren.
Op 4 november verscheen in de krant een advertentie om de (eerste) match aan te kondigen van de Eindhovense Voetbal club tegen Football-club "Tilburgia". De wedstrijd werd op 8 november gespeeld op een veld tegenover de Burgh aan de Geldropseweg. De toegangsprijs was 15 cent. Omdat de wedstrijd niet werd gespeeld op het oude veld van Concordia, de naam van deze club ook niet werd genoemd en in het wedstrijdverslag in de krant evenmin de namen te vinden zijn van de drie ons bekende Concordia-spelers, kan indruk ontstaan dat we met een tweede Eindhovense club te maken hebben. Uit het vervolg zal echter blijken, dat dit erg onwaarschijnlijk is. Overigens eindigde de eerste wedstrijd met de stand 1-1.

Eind november werd in de Tilburgse krant voor 3 januari een wedstrijd aangekondigd tussen Tilburgia en de Eindhovense vereniging Victoria. Waarschijnlijk heeft de redacteur door de klankovereenkomst de naam van Concordia verwisseld met die van een Bossche club, want de wedstrijd die in Tilburg werd gespeeld, lijkt een returnmatch te zijn geweest.
Het wedstrijdverslag in de krant was dit keer uitvoeriger. De Eindhovenaren verloren met 8-0, maar daar stond tegenover dat het team uit Eindhoven onvervalst Eindhovens was, terwijl het Tilburgse elftal versterkt was met een keeper uit Enschede, twee veldspelers uit Breda en een uit Wageningen. Belangrijker dan de uitslag is voor ons de opstelling van het Eindhovense elftal, want daarin komen we zowel A.J. Peeters tegen als A. Verhagen, die zoals we zagen, beiden bestuurslid waren van Concordia.
Het heeft er daarom alle schijn van, dat de oude Eindhovensche Voetbal-Club "Concordia" inmiddels eenvoudigweg Eindhovensche Voetbal-Club werd genoemd, of - zoals uit het wedstrijdverslag blijkt - E.V.C.

In 1897 werd onder de naam "Nooit Moe" een tweede vereniging opgericht, die weer in Tongelre ging spelen. Maar het lijkt erop, dat deze club niet lang heeft bestaan. E.V.C. deed het beter, in de volgende jaren speelde ze een groot aantal wedstrijden tegen hoofdzakelijk Noordbrabantse tegenstanders. De laatst bekende is de wedstrijd die op 18 april 1903 werd gespeeld tegen Wilhelmina uit Den Bosch. Het lijkt erop, dat daarmee niet alleen het seizoen werd afgesloten, maar ook de geschiedenis van Eindhovens eerste voetbalclub.

Intussen was in 1899 op initiatief van Jhr. B. de Jongh van Beek en Donk de Brabantsche Voetbalbond opgericht. Aanvankelijk sloeg de Bond nauwelijks aan; pas vanaf ongeveer 1906 zou ze een belangrijke rol gaan spelen. E.V.C. sloot er zich direct bij aan. In een krant uit maart 1899 is een standenlijst afgedrukt van de zuidelijke 2e klasse B, die toen uit N.O.A.D. uit Breda, Victoria uit Den Bosch, Willem II uit Tilburg en E.V.C, uit Eindhoven bestond. De eerste twee teams hadden beide 10 punten uit 6 wedstrijden behaald, terwijl Willem II en E.V.C, niet verder waren gekomen dan 2 punten uit evenveel matches. E.V.C, had een doelgemiddelde van 29-2.

De eerste spelers
In het eerst bericht over Concordia worden de namen genoemd van de drie bestuursleden en in het tweede wedstrijdverslag die van de elf spelers. Uit de namen blijkt, dat het voetbalspel in Eindhoven - evenals elders - aanvankelijk beoefend werd door beter gesitueerden.
J. Crasborn was in 1877 in Thorn geboren. In het bevolkingsregister van Eindhoven werd hij weliswaar aanvankelijk ingeschreven als knecht, maar al spoedig werd dat veranderd in reiziger en later in boekhouder.
Crielaers was een zoon van F.A.M. Crielaers, de eigenaar van een Stratumse boterfabriek, die geboortig was van St. Jans's Molenbeek en een dochter van de gewezen Stratumse brouwer Felix Keunen.
A. van Dijk was vermoedelijk een zoon van de Stratumse linnenfabrikant C.B. van Dijk.
K. van den Dries was in 1880 in Den Bosch geboren. Nadat zijn broer in Eindhoven apotheker was geworden, had zijn rentenierende vader besloten hem te volgen en met zijn gezin naar Eindhoven te verhuizen. De stad was hem niet vreemd, want ook hij was getrouwd met een dochter van de genoemde Felix Keunen.
J. en H. Keunen waren zoons van de bekende Eindhovense leerlooier H.J.B. Keunen. De eerste zou later bij zijn vader in het bedrijf gaan werken, de tweede werd apotheker.
Kluytmans is een onbekende. Wellicht is hij een zoon geweest van de Eindhovense bouwmeester Kluytmans, waar Crasborn in de kost is geweest.
A.J. Peeters en zijn broer A. Peeters waren beiden geboortig van Rotterdam en zoons van de naar Stratum verhuisde sigarenfabrikant A. Peeters. In tegenstelling tot de overige hier genoemde leden waren zij niet rooms-katholiek, maar nederlands hervormd.
P. Raijmakers is ongetwijfeld de wijnhandelaar geweest die we ook ontmoetten in het artikel over de filatelie.
A.B. Verhagen was een zoon van een bekende Eindhovense looier B.H. Verhagen.
J. Vosters tenslotte, is zonder twijfel een zoon geweest van de Woenselse leerlooier Ed. Vosters.

Ook uit de latere periode zijn een aantal namen van leden bekend. Maar daarbij is het wel oppassen geblazen. Want toen Eindhoven in januari 1898 tegen de Bossche club Victoria speelde, stonden bij E.V.C. onder meer W. Kinderman, U. Rechteren van Altena, J. Calkoen en A. Renesse in het veld, die enkele maanden later bij de wedstrijd van E.V.C. tegen de volontaires van de machinefabriek Begemann uit Helmond bij de tegenstander stonden opgesteld! Blijkbaar speelden er in die begintijd dus ook Helmonders in het Eindhovense team mee.
Ze zullen dat graag hebben gedaan, want veel gelegenheden om een echte match te spelen waren er nog niet. Overigens waren de volontairs eigenlijk geen echte Helmonders, maar jongemannen die enige tijd bij de machinefabriek stage liepen.
Kinderman was in 1879 in Den Helder geboren en vertrok in 1898 naar Bingen in Duitsland, Rechteren van Altena, die in 1879 in Eibergen ter wereld was gekomen, vertrok in 1898 naar Aken, Calkoen was in 1875 in Soerabaja geboren en vertrok in 1899 naar Hengelo en Renesse kwam in 1881 in Medan ter wereld en ging daar in 1899 weer naar terug. Al deze spelers waren nederlands-hervormd of evangelisch-luthers van gezindte.

Intussen mogen we rustig aannemen, dat de Eindhovenaren blij zullen zijn geweest met deze versterking, want gezien de genoemde standenlijst heeft het er alle schijn van, dat Groot-Eindhoven in die jaren nog niet in staat was op eigen kracht een goed team in het veld te brengen.
Toen E.V.C. op paasmaandag 1903 een wedstrijd tegen Gladbach speelde (uitslag 1-1) stonden van de oude garde nog steeds J. Keunen, J. Crasborn, Adr. Peeters en Van den Dries in het veld. Nieuwkomers waren L. Moonen, R. Mignot, Schoonemeier, George Peters, Schultze en P. Nijssen.
Het lijkt erop, dat E. V.C. tot het einde een club voor min of meer beter gesitueerde Eindhovense (en Helmondse) jongeren is geweest.

Bron:
Deel uit het artikel "Voetbal in Eindhoven 1896-1920"
J. Spoorenberg
in: 't Gruun Buukske 1987-99