Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Apollo’s Lust
Sociëteit Apollo’s Lust (1877)
Behalve de genoemde sociëteiten waren er nog enkele van jongere datum. Allereerst de sociëteit die verbonden was aan harmonie Apollo’s Lust.
De Vereeniging de Harmonie Apollo's Lust kocht in mei 1877, korte tijd nadat zij rechtspersoonlijkheid had verkregen, aan de Vestdijk een weiland waarop het vermoedelijk een jaar later een gebouw werd opgetrokken. Dit pand zou in de volgende jaren nog enkele malen worden verbouwd en vergroot. In de jaren negentig bestond het bezit uit een sociëteitsgebouw met een kegelbaan, waarachter nog een tuin lag met een muziekkiosk. Het gebouw en de tuin boden de mogelijkheid voor het organiseren van grote activiteiten.
De grote zaal van het gebouw had een oppervlakte van 200 m2 en was de grootste in Eindhoven. Daarnaast waren er in het gebouw nog een drietal kleinere zalen. In het gebouw van Apollo's Lust was ook een kegelbaan aangelegd.
De tuin bood mogelijkheden voor buitenactiviteiten. Door de aanwezigheid van een kiosk konden daar 's zomers bijvoorbeeld concerten worden gegeven.
De kegelclubs 'Houdt 'm er op' en 'Onder Ons' werden in respectievelijk 1893 en 1899 opgericht door leden van Apollo’s Lust; alle leden werden verplicht tevens lid te zijn van de sociëteit. In 1905 werd de eerste Eindhovense schaak- en damclub door leden van Apollo's Lust opgericht en een jaar later toneelvereniging de Eindhovensche Dilletantenclub. Over activiteiten van deze club is overigens niets bekend; wel weten we dat in 1918 opnieuw vanuit Apollo's Lust een toneelvereniging werd opgericht, die noemde zich toen de Eindhovensche Dilletanten Vereeniging.
Van Apollo's Lust is een presentieregister bewaard over de periode 1901-1903, daaruit blijkt dat deze vereniging in die periode ruim 30 leden telde.
Niet alle activiteiten waren gericht op het activeren van de leden. Soms werden rustiger ontspanningsmogelijkheden bedacht. Zo konden muziek- en toneelgezelschappen of kleinkunstartiesten worden uitgenodigd om voor de leden (en soms ook voor anderen) op te treden. Het scala aan mogelijkheden was groot. Zo lezen we in het artikel over de vroegste geschiedenis van de Eindhovense luchtvaart, dat in 1905 vanuit de tuin van Apollo's Lust luchtballon Kuko opsteeg; het lijkt heel waarschijnlijk dat de sociëteit de hand in dit gebeuren heeft gehad.
J. Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1990, 48