Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Gestels Pannenhuis
Gestels Pannenhuis
Het Pannenhuis
Tot 1928 stond op de hoek van de Sint Catharinastraat en de Hoogstraat een pand, dat volgens de jaartalankers op de gevel in 1608 gebouwd was.
Jan Jegerings meldt, dat in dit huis, voorheen een schepenhuis, een zeer bekende tinnegieter gewoond zou hebben: een zekere Moonen1.
Op 24 maart 1797 besluit de gecombineerde Dingbank van Gestel, Strijp en Stratum voortaan te vergaderen in het Pannehuijs te Gestel, “sijnde het centrum voor de vergaderingh ter raadcamer”.
Op 10-6-1802 koopt Hendrik Moonen het Pannenhuis, dat in de akte voor de schepenbank wordt omschreven als: een extra schoon en wel ter neering staande logement van ouds genaamd het Pannenhuijs voorsien van verscheide kamers, kelders, kelderkamers, stookkeukens met fornuijsen, schoone put, stallinge tot berging van vee, en twee tuinen in hunne bueke heggen leggende agter gemelde stallinge, groot 2 lopense vijf en twintig roeden, gelegen te Gestel aan voor de Gemeene Straat.
Hendrik Moonen was daarvoor al op 02-05-1802 met Adriana Christiana de Beer getrouwd.
Hendrik werd in 1805 koning van het Gilde, iets wat zijn vader en grootvader nog niet hadden bereikt. Hij liet zijn gilde een fraai zilveren schild na met het opschrift: HENDRICKUS MOONEN, KONING VAN ST. CATERINA GILD TOT GESTEL ANNO 1805.
In 1807/1808 is Hendrik borgemeester te Gestel en in 1809 wordt hij benoemd tot lid van het Gestelse gemeentebestuur.
In een proces-verbaal van het Vredegerecht van 22 december 1819 wordt een partij levende varkens verkocht in het Pannenhuis van Hendrik Moonen in Gestel2.
Hendrik Moonen was volgens een bron uit 1825 voerman van beroep3.
De kadastrale indeling van woningen in Gestel (in 1832) meldt voor de in Gestel staande woning van de vierde klasse: “een vrij ruime en nabij Eindhoven gelegene herberg zonder verdieping, met stallingen”. Daarmee wordt het Pannenhuis bedoeld4. Op de kadastrale legger, waarop is vastgelegd dat Hendrik de eigenaar van een woning (A678, legger 193) is, wordt Hendrik als “voerman” betiteld.
Hendrik overleed te Gestel op 20 september 1845. Zijn vrouw Christina, die te Gestel geboren was op 1 juli 1770, overleed op 4 augustus 1856, eveneens te Gestel.5
In 1859 gaat het huis over naar Reinier Moonen, zoon van Hendrik. Reinier is leerlooier van beroep. In een volgende legger wordt geschreven, dat het huis staat in de wijk “Klein Rome”, en inmiddels uit een huis met looierij, schuur en erf bestaat.
In 1886 wordt het geheel na erfenis nagelaten aan Henricus Franciscus Moonen. In 1889 wordt een klein deel van zijn grondgebied aan de Hoogstraat verkocht. Daarop komen dan twee huizen te staan. Franciscus verkoopt zijn huis met alle grond en de opstallen in 1890 aan Antonius Hubertus Hezemans, smid van beroep. De wijk waar het huis staat heet in de kadastrale boeken dan: Hagenkamp”. Johanna Maria Catharina Vrancken,”de smederij uitoefenend”, en dan inmiddels weduwe van Hezemans, verkoopt het huis met tuin en werkplaats in 1927 aan de gemeente Eindhoven. Het einde van het Pannenhuis is dan in zicht. De gemeente laat het huis in 1928 slopen, waarna dit alles kadastraal wordt omschreven als “erf”.
Bronnen:
1 Jegerings J.C., Oud Gestel tussen Gender en Tongelreep, Nuenen 1985, pagina 66
2 RHCe Eindhoven inventaris 1387, Akten Vredegerecht 1818-1819 volgnummer 126.
3 Koninklijk besluit d.d. 13-9-1825 nr. 100, waarin aan Hendrik Moonen uit Gestel wordt toegestaan met vrachtkarren tussen Eindhoven, Gestel en ’s-Hertogenbosch te rijden
4 zichtopeindhoven. www.eindhoven-encyclopedie: Klassen van het woningenbestand Gestel volgens het kadaster 1832, door J. Spoorenberg
5 Enkele bijzionderheden uit dit artikel komen uit: Genealogische data: Golse Genen, J. Eijsermans (www.genealogieonline.nl
JH2018