Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.
Hof van Holland
Pand De Groote Ster, Hof van Holland
Rechtestraat 50-52
Op oude foto's is de kap van het Hof van Holland tijdens de sloop duidelijk te zien. Heel voorzichtig mag worden aangenomen dat dit huis en deze sporenkap in de laatste helft van de zestiende eeuw zijn gebouwd. Na de grote stadsbrand van 1554 dus.
Jaarankers die op oude foto's zichtbaar zijn, vermelden het jaartal 1610. Het huis is toen verbouwd en wordt dan de "Groote Ster" genoemd.
In de archieven komen we de volgende gegevens tegen.
Willem van Ravesteijn is in 1721 de potentiële koper van het "zeer welgelegen huis de Groote Starre met twee gevels, inclusief het achterhuis, dat heden bewoond wordt door Peter Schellens". De omschrijving wordt beëindigd met: "inclusief de stallingen, het hof en achterhof en een stuk groes". Het huis staat met de voorzijde aan de Rechtestraat en het terrein van het huis loopt achter door tot aan de Stadsvest (de huidige Keizersgracht).
De eigenaar op dat moment was Jacobus Johannes van Breugel, advocaat in Turnhout, en zijn vrouw mejuffrouw Maria Theresia Cleijmans de Reijde.
Aanvullend wordt in die akte vastgelegd dat er twee waterbuizen onder het terrein van de Groote Starre lopen, die eigendom zijn van de brouwerijen de Eijk en de Roos. Brouwerij de Roos was eigendom van Johan de Louwre en stond rechts naast de Groote Starre, brouwerij de Eijk stond links van de Groote Starre. Deze brouwers dienen aan Van Ravesteijn 25 gulden te betalen voor elke keer dat de buizen wegens mankementen moeten worden blootgelegd.
Deze openbare verkoping was mogelijk vanwege een akte van scheiding en deling (na overlijden van de vorige eigenaar), opgemaakt in 1703. De verkoop is echter niet doorgegaan.
In 1721 verkopen de al genoemde eigenaren het geheel aan juffrouw Hendrina van Thoor. Zij verkoopt op 28-4-1727 een deel van de hof en de groes achter haar huis aan de heer Johan de Louwre. Dat deel strekt zich uit van de hoek van brouwerij de Roos tot aan de heg bij de Stadsvest.
Vanwege een belastingschuld moet Hendrina het huis met achterhuis, hof en stalling en daarachter een weide in 1730 verkopen aan de hoogweledelgeboren heer Carel de Jeger, heer van Eckardt. Die verkoopt het geheel in 1739 weer door aan burgemeester Matheus van Hooff.
Geerard Arnold Raessens en Martinus van Hooff, de zwager en een broer van Matheus, kopen het pand in 1744. Raessens blijft dan een groot aantal jaren de eigenaar. Tot zijn overlijden.
In 1768 wordt het verkocht aan koopman Willibrordus van de Ven. Het huis, dat tot dat jaar De Groote Starre werd genoemd, wordt door Van de Ven omgedoopt en krijgt de naam "Hof van Holland" en doet dienst als logement. Willibrordus drijft vanuit dit pand ook een wijnhandel.
In 1797 wordt het pand, dat dan dus de naam "Hof van Holland" heeft, door Willibrordus van de Ven verhuurd aan Hubertus Josephus van de Ven uit 's-Hertogenbosch. Daarbij wordt opgemerkt dat de kelder, die via de straat te bereiken is, en een pakhuis dat achter de woning staat, niet worden verhuurd.
In 1807 wordt een inventaris opgemaakt van het Hof van Holland omdat Martinus Arnoldus van de Ven inmiddels overleden is. Hoe groot het huis werkelijk is, blijkt uit de beschrijving van de verschillende vertrekken:
twee opkamers, een provisiekamertje, de benedenkamer, de beste kamer, een grote en een kleine achterkamer, de kamers voor de knecht en de meid, een kamer achter de trap, de kamer die de eerwaarde heer Hartmans heeft gehuurd, de beste voorkamer en de zolder.
Aan de achterzijde ligt de binnenkeuken en een achterkeuken, en verder beschikt het huis over een koeienstal, een paardenstal en een kelder.
In 1810 wordt het Hof van Holland verhuurd aan Wilhelmus van der Heijden.
De erfgenamen van Martinus van de Ven verkopen het huis in 1818. Officieel is het genummerd als nummer 109. Drie leden van de koopmansfamilie Van Oorschot zijn de nieuwe bezitters. Die verkopen hun belegging in 1819 aan Jacobus Janssen en hoedenfabrikant Godefridus Hoppenbrouwers.
In 1832 worden in de Oorspronkelijk Aanwijzende Tafel onder kadastraal nummer A488 Jacobus Jansen en meerdere eigenaren vermeld. De kadastrale kaart van die situatie geeft de naam van het huis: Het Hof van Holland.
De familie van Kol werd in de tweede helft van de negentiende eeuw de nieuwe eigenaar van het pand. Janus van Kol was tot circa 1890 de laatste van die familie. Hij overleed in 1894. Het weekblad Panorama van 16-12-1961 weet nog te melden, dat Hendrikus Hubertus van Kol de scepter over Hof van Holland zou hebben gezwaaid. De inhoud van het artikel is echter niet betrouwbaar. 1
In 1879 wordt hotel Hof van Holland gerestaureerd. Hierbij wordt de onder andere de voorgevel vernieuwd.
In 1908 verhuist de zaak en vestigt zich in pand "Het Vaticaan", dat op Rechtestraat 56-58 staat. Het pand wordt gekocht door Willem van de Velde-Kappel, die er een meubelzaak in vestigt.
In 1919 wordt M.J. Witteveen modemagazijnen met Dames- en Meisjesconfectie in het pand gevestigd. Op de eerste etage van het pand wordt dan de R.K. Openbare Leeszaal en boekerij Sint-Catharina ingericht.
In 1956 wordt de winkel van Witteveen verbouwd; de gevel krijgt een facelift; op de vaste luifel boven de etalages komt een halve meter hoog wapen van Eindhoven te staan.
Begin 1961 wordt logement 'Hof van Holland' aan Rechtestraat 50-52 gesloopt en wordt begonnen met de bouw van het huidige pand, waarin tot 1999 de kledingzaak Wibra is gevestigd. In 2000 was op huisnummer 50 kledingwinkel Zij mode te vinden, daarna Cosmo hairstyling en schoonheidssalon Portier.
In 2006 was drogisterij Trekpleister hier gevestigd.
Jos en Bauke Hüsken 2014
noot 1:
Zowel Christianus Adrianus Hubertus van Kol, Eindhoven 9-5-1824 - Eindhoven 23-2-1894, als Hendrikus Hubertus van Kol, Eindhoven 12-9-1814 - Eindhoven 17-2-1893, is de zoon van winkelier Jan (Johannes) van Kol en Petronella van Dijck. De oude foto die het blad publiceert zou van deze Hendrikus met zijn vrouw zijn. Omdat het blad meldt, dat deze Hendrikus in 1894 is overleden, zou de gepubliceerde foto ook van Christianus kunnen zijn.
bronnen:
schepenbank Eindhoven 1721 tot 1819
Eindhoven tussen gloeikouske en gloeilamp, Karel Vermeeren, Den Haag 1976