Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

G.C. Kools

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Versie door Jfmhusken (overleg | bijdragen) op 5 nov 2018 om 20:10
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Directeur Kools, afgebeeld op de voorpagina van de Eindhovensche Illustratie van 31 januari 1930.

G.C. Kools Directeur Gemeentewerken

* 24 mei 1892 Bergen op Zoom
† 13 juni 1961 Amsterdam

Zoon van Gerardus Jacobus Kools, onderwijzer van beroep en Anna Catharina Bruijninckx.
Woonde te Bergen op Zoom en verhuisde in 1909 naar Breda.

Inschrijving militair in Bergen op Zoom 1-1-1912, lotingsregister voor de nationale militie.
Woonde al in 1912 in Stratum (bevolkingsregister).
Huwde in Ginneken en Bavel met Maria Cornelia Josephina Hubertina Siegmund op 12-8-1913.

Kools werd per 1 mei 1920 aangesteld als adjunct-directeur van bouw- en woningtoezicht. Hij volgde ingenieur M.E.H. Tjaden op. Die was inmiddels benoemd was tot hoofd van bouw- en woningtoezicht in Amsterdam. Per 1 februari 1921 werd hij tot directeur van gemeentewerken benoemd.

De bescheiden stad Eindhoven was per 1 januari 1920 door de annexatie met de 5 omliggende gemeenten Gestel, Stratum, Tongelre, Woensel en Strijp uitgegroeid tot een volwaardige stad.
Kools kreeg direct opdracht om een uitbreidingsplan voor de hele gemeente Eindhoven, inclusief gedetailleerde bestemmingsplannen op te stellen. In een bestek van 10 maanden kreeg hij dit voor elkaar. Zonder de schetsplannen van Cuypers en Kooken was dit waarschijnlijk niet gelukt.
Het volledige werk bestaat uit een overzichtskaart van de hele stad, die opgedeeld is in 20 detailkaarten. Een belangrijke zinsnede uit de redevoering die Kools in de gemeenteraad gaf, luidt: “Dat bij de bebouwing van de stad de grootst mogelijke kans op het ontstaan van schoone stadsgezichten wordt verkregen”. Verder wijst hij met nadruk op het belang van de infrastructuur van de woon- en werkplaats en de ligging van die wijken. Hij ziet het als zijn opdracht om de verspreid liggende ongeordende dorpsstructuren tot een harmonisch geheel om te vormen. Daarnaast dringt Kools aan op het maken van bestemmingsplannen en het instellen van een “Grondbedrijf”, zodat de gemeente inkomsten kan verwerven.
Kools berekent aan de hand van voorbeelden uit Engeland en Duitsland, dat er 115 inwoners per hectare kunnen worden gehuisvest. Met 1700 hectare te bebouwen oppervlakte komt hij dan aan een inwonersaantal voor Eindhoven van 200.000.

In eerste instantie concentreert Kools zich op de nieuwe wijken Stratum-Zuid en Woensel-West.
In 1929 wordt op aandringen van de Overheid, de bekende architect ir. J.M. de Casseres aangesteld, met de opdracht om een oplossing te ontwerpen voor de verkeersstructuur.
Om te voorkomen dat zijn werk door de bezetters zal worden gedicteerd, duikt Kools in 1943 onder. Kools wordt per 1 januari 1946 eervol ontslagen en wordt opgevolgd door ir. Th. A.F. Funnekotter.
Op 13 juni 1961 overlijdt Kools in Amsterdam.

Literatuur:
Piet Beekman, Eindhoven, stadsontwikkeling 1900-1960, Mierlo 1982
Eindhovensche Illustratie 31-1-1930

JH 2018