Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

De Hopbel

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
De printervriendelijke versie wordt niet langer ondersteund en kan weergavefouten bevatten. Werk uw browserbladwijzers bij en gebruik de gewone afdrukfunctie van de browser.

Pand De Hopbel

Jan van Lieshoutstraat 10

Het pand genaamd “De Hopbel” (de naam wordt reeds vermeld in de 16e eeuw) was gelegen in de Achterstraat, later Rozemarijnstraat en sinds 1920 Jan van Lieshoutstraat nummer 10. Het links ernaast gelegen pand droeg de naam “Cockerollen”. Beide panden waren omstreeks 1630 in eigendom van Mathias Gerards, de laatste kapitteldeken van het Collegiaal Kapittel van de St. Catharinakerk in Eindhoven, opgericht in 1399.

Het “Placaat van Retorsie” uit 1636 bepaalde dat alle geestelijken de Meierij van Den Bosch moesten verlaten. Hierop verkocht kapitteldeken Mathias Gerards in 1640 zijn eigendommen. Hij overleed in 1644.
Het pand “Cockerollen” werd verkocht voor fl.3700,- aan zijn broer, de kunstschilder Nicolaas Gerards en het pand “De Hopbel” voor fl.1330,- aan Derck Willems van den Broeck.

De tekening betreffende de verbouwing van de schuurkerk in 1811. De tekening is gemaakt door J. Verhellouw, de stadsbouwmeester uit 's-Hertogenbosch (afbeelding afgestaan door Eindhoven in Beeld.com)

De Vrede van Münster in 1648 betekende het einde van het Kapittel, maar ook het begin van de schuilkerkperiode voor de katholieken, die de Catharinakerk aan de protestanten moesten afstaan.(noot 1)

Derck Willems van den Broeck was burgemeester in 1643-1644 en overleed in 1667. De volgende eigenaar in 1679 was Willem Poolen, burgemeester in 1671-1672, die het pand had aangekocht ten behoeve vann de R.K. Parochie Eindhoven en in 1698 had Rogier Wijnants, burgemeester in 1684-1685, het pand in eigendom. Vervolgens had Anna Maria Wijnants, de weduwe van Mathijs Roefs, burgemeester in 1711-1712, het pand in 1750 op haar naam staan. In 1760 wordt “De Hopbel” getransporteerd aan het R.K. Kerkbestuur. Zij gaat dienst doen als pastorie in 1810, nadat de Catharinakerk weer in bezit van de katholieke gemeenschap was gekomen.

Na ingebruikname van de nieuwgebouwde pastorie bij de kerk in 1906, wordt het pand verkocht aan Jan van Lieshout (1836-1919), wethouder en president van het R.K. Armbestuur. Na zijn dood komt “De Hopbel” weer in handen van het R.K. Armbestuur en wordt ingelijfd bij het R.K. Binnenziekenhuis. In 1933 valt het pand “De Hopbel” onder de slopershamer.

De Schuurkerk

In 1672 wordt de eerste schuurkerk gebouwd in de tuin van het pand “De Hopbel” in de Achterstraat, waarvan een gedeelte van deze waarschijnlijk houten schuurkerk in 1691 instort.
De schuurkerk was toegankelijk via het poortje naast het pand.

In 1696 bouwt men een grotere schuurkerk. Op 16 februari 1699 wordt beslag gelegd op de schuurkerk, terwijl de eigenaar Rogier Wijnants een boete van fl. 200,- opgelegd krijgt. De Diensten konden op 13 juli 1700 weer hervat worden totdat op 12 april 1711 de schuurkerk wederom gesloten en verzegeld werd. Deze sluiting duurde onder hevige protesten van de katholieken slechts enkele weken.
In 1787 wordt de schuurkerk nogmaals vergroot en verbeterd. In 1810 wordt de schuurkerk buiten gebruik gesteld en het pand “De Hopbel” gaat dienst doen als pastorie. In opdracht van de in 1811 ingestelde “Rechtbank van eerste Aanleg (Tribunal de premier Instance), is ten behoeve van een eventuele verbouwing van de schuurkerk tot rechtbank en gevangenis, een tekening van de schuurkerk met een plattegrond van de kerk en het pand “De Hopbel” gemaakt. De verbouwing ging niet door.

In 1812 wordt de Schuurkerk afgebroken. Het pand “De Hopbel” wordt dan bewoond door pastoor Guilielmus van Gastel (de pastoor van de Sint-Catharinakerk van 1789-1816). Hij overleed op 31 jan. 1816.
Het pand “Cockerollen” wordt dan bewoond door Johannes Jacobus Janssen, burgemeester van 8 augustus 1810 tot 4 juni 1812. Hij overleed op 3 mei 1818.

Noot 1:
De oude vorm en (kerkelijke) functie van het kapittel verdween na 1648. Maar als rechtspersoon leefde het tot begin 19e eeuw voort (dat zien we haast overal in de Republiek). Na de annexatie van het Departement Brabant en het Koninkrijk Holland (twee stappen, in 1810) door het Franse Keizerrijk, werd alras de Franse wetgeving ingevoerd. Dat proces was in 1811 voltooid en daarmee waren de kapittels verleden tijd. (aanvulling gemaakt door Corjan van der Peet in 2014).


Bronnen:

  • Overgenomen van: Theo Verschueren op 14 maart 2013, Eindhoven in Beeld.com[1]



Locatie: {{#display_map: 51.438708, 5.478991 |type=satellite | height= 400px | width= 400px | zoom=18 }}