Aan de totstandkoming van deze digitale encyclopedie wordt nog gewerkt.

Jagersport

Uit De historische en eigentijdse encyclopedie van Eindhoven
Ga naar: navigatie, zoeken

De jagersvereniging Jagerslust

De oudste gegevens over Jagerslust
Jagerslust was in 1880 opgericht en daarmee een van de oudste Eindhovense verenigingen. Jammer genoeg zijn er uit de vroegste periode van haar geschiedenis geen gegevens bewaard.
Het oudst bekende bericht dateert pas van augustus 1888 en geeft de uitslag van het jaarlijkse concours dat de leden enkele dagen daarvoor hadden gehouden. Want in tegenstelling tot wat de naam misschien doet vermoeden, waren de leden van Jagerslust niet alleen jagers op levend wild; op een terrein achter de Stratumse barrier beoefenden zij ook de schietsport op kunstmatige duiven, clay pigeons, glazen bollen en fladders. Zo konden zij zich ook vermaken als het weer goed was, maar de jacht gesloten.
Uit 1895 is een berichtje bewaard waaruit blijkt dat de oefeningen dat jaar begin mei weer waren begonnen. In tegenstelling tot een vroegere periode vonden die echter niet meer op woensdag plaats maar op vrijdag en wel van 5 tot 8 uur. Blijkbaar kwamen de leden dus in de zomermaanden elke week bij elkaar.
In augustus 1893 vond opnieuw de jaarlijkse schietwedstrijd plaats, maar dat jaar stond het concours in het teken stond van het koperen jubileum. Behalve leden waren er ook introducees aanwezig. De krant publiceerde de uitslag van de wedstrijden en daaruit blijkt, dat de leden een klein, maar select gezelschap vormden.
Het 25-jarig bestaan in 1905 werd grootser gevierd. Allereerst was er eind juli een concours voor leden en oud-leden, waaraan 18 schutters deelnamen. Het feest duurde blijkbaar de hele dag, want om 1 uur bood de vereniging de aanwezigen een dejeuner aan en de dag werd besloten met een diner, dat werd aangeboden door jhr. E. de Kuyper en A.J. Mignot sr.
Bij die gelegenheid werd aan president A. Smits (-Gompertz) en aan de leden jhr. E. de Kuyper en A. Mignot het erelidmaatschap aangeboden. Het daarbij behorende diploma bestond uit een toepasselijke pentekening die gemaakt was door de bekende onderwijzer Jacq. Cuypers in Zeelst.
Op 15 augustus volgde nog een groot concours waaraan behalve door Jagerslust ook werd deelgenomen door de Koninklijke Nederlandsche Jachtvereeniging Nimrod en de vereniging Tiro, beide uit Amsterdam, de vereniging Jagerslust uit Nijmegen, de Bredasche Clay Pigeon Club en de vereniging Tirhaut uit Boxtel. Het feest werd besloten met een diner in hotel Het Hof van Holland in de Rechtestraat.

De leden
Uit de periode tot 1899 werden de volgende leden aangetroffen: Alex en zijn broer Remi de Block, die in respectievelijk in 1856 in Eindhoven en in 1870 in Stratum waren geboren als zoons van de bekende sigarenfabrikant; J. Brüning die in 1863 in Langendiebach was geboren en sigarenkistenfabrikant van beroep was; W. Helling die geboortig was van Alkmaar, waar hij in 1856 het levenslicht had gezien, hij was linnenfabrikant van beroep en een zekere F. Keunen. Hij is niet nader te identificeren, maar misschien bedoelde de krant E. Keunen, de bekende leerlooier, die in 1842 in Eindhoven was geboren.
J.W. Krol was commmies bij de posterijen en had in 1862 in Zwolle het levenslicht gezien; Jhr. E. de Kuyper was notaris en was in 1847 in 's-Hertogenbosch geboren; P.H. van Mens was Eindhovens burgemeester, hij was geboortig van Breda; A. Mignot was de stichter van de bekende sigarenfabriek en was in 1835 in Charleston geboren; A. Mignot jr. was zijn zoon; A. Raupp was commissionair in tabak en was in 1858 in Bergeijk geboren; G. Raupp uit Lichtenvoorde zal eveneens tot het bekende artsengeslacht hebben behoord.
Verder kennen we nog mr. Th. Smits, die lid van gedeputeerde staten was en in 1860 in Eindhoven was geboren, de rentenier A.Smits (-Gompertz), J.Smitz en tenslotte jhr. E. Wesselman uit Helmond. Het merendeel van de leden was rooms-katholiek, maar enkelen waren gereformeerd, nederlands-hervormd of evangelisch-luthers van kerkelijke gezindte.

Bijzondere activiteiten
Jagerslust beperkte het schieten op kunstmatige doelen niet tot onderlinge wedstrijden op het eigen schietterrein. Zoals uit de viering van het 25-jarig bestaan blijkt, onderhield de vereniging ook contacten met andere clubs. In 1895 trokken de leden zelfs naar Nijmegen voor een reeks wedstrijden tegen hun sportvrienden daar.
Na afloop werd de ontmoeting besloten met een diner in hotel De la Promenade in Ubbergen. Overigens is het niet onmogelijk, dat dit bezoek aan een vereniging elders een eenmalige gebeurtenis is geweest, waarvan het initiatief is uitgegaan van Jos de Bruyn in Ubbergen, die eerder lid was geweest van Jagerslust.

Conclusie:
Zoals te verwachten was, behoorden de leden van Jagerslust tot de elite. Immers, een middenstander zal niet het geld hebben gehad om een jachtgebied te pachten. Opmerkelijk leek me aanvankelijk, dat de leden zich niet beperkten tot de eigenlijke jacht, maar daarnaast ook een schietterrein hadden waar zij zich konden ontspannen. Maar al spoedig bleek dat ook andere verenigingen zowel in het veld als op de baan actief waren.
Jagerslust en St. Hubertus zijn niet erg belangrijk geweest voor de recreatie, daarvoor was bij Jagerslust het aantal leden te gering, terwijl bij St. Hubertus de ontspanning van de leden geen doel was. In feite probeerde St. Hubertus alleen maar de wildstand te beschermen tegen stroperijen. Dat daaraan behoefte bestond blijkt uit de snelle groei van het ledenaantal..
In hoeverre haar activiteiten ook succes hebben gehad, kon ik niet achterhalen. Het lijkt erop, dat het animo omstreeks 1908 op een dieptepunt was beland. Het is dan ook niet onwaarschijnlijk dat de vereniging na 1908 is ingeslapen. Opmerkelijk is wel, dat uitgerekend St. Hubertus als enige Eindhovense vereniging met ere genoemd wordt in Het Boek der Sporten, dat in 1900 verscheen. De vereniging telde toen meer dan 100 leden..
Vermoedelijk is de vermelding te danken geweest aan een goede relatie tussen de auteur en voorzitter A. Smits, want deze laatste krijgt in het artikel alle lof toegezwaaid.

J. Spoorenberg
in: ’t Gruun Buukske 1990,126